Deze Rhino tip gaat over het vastzetten van de lijn lengte oftewel de Lijn lengte constraint.
Lijnen kunnen geplaatst worden door op een plek voor het begin- en eindpunt te klikken of door middel van waarden voor de coördinaten van deze punten in te typen. Er is echter ook een andere manier waarbij de lengte van de lijn vastgezet wordt.
Wanneer na het selecteren van het beginpunt een waarde numeriek ingevoerd wordt in de Command Line, zal de lengte van de lijn vastgezet worden naar deze waarde ongeacht de locatie die voor het eindpunt gekozen wordt en de methode die daar voor gebruikt wordt. De richting van het te plaatsen punt is nog helemaal vrij te bepalen. Alleen de afstand tot het eerste punt blijft gelijk.
De lengte hoeft niet met Enter bevestigd wordt, maar wanneer dit wel gedaan wordt, dan zal de weergave wijzigen. Zonder Enter wordt alleen het deel lijn zwart weergegeven met de opgegeven lengte. Als de lengte met Enter bevestigd is, dan zal ook de rest van de lijn tussen de twee aangegeven punten worden weergegeven in het wit. De waarde van de lengte kan tussentijds nog gewijzigd worden, zowel wanneer de waarde zonder of met Enter opgegeven is.
Het vastzetten van de lengte werkt ook voor Polyline segmenten en andere vergelijkbare gevallen. De afstand beperking kan ook handig zijn bij het plaatsen van punten in een curve, het verplaatsen van objecten, etc.
Neem voor meer informatie contact met ons op: 020 - 314 44 10 of
